Thursday, March 03, 2005

GEVRAAGD: Een progressieve Innovatie Platform

Nederland en de toekomst van Innovatie.

“Philips wil een minister voor innovatie!” Philips maakt zich zorgen dat er binnenkort geen studenten meer zijn die kennis en kunde investeren in technologisch onderzoek. Het aantal Beta studenten loopt al jaren drastisch terug. Het is geen wonder dat het Philips is die zich uitspreekt. Philips is nog het enige grote bedrijf in Nederland die nog net ongeveer 1 miljard euro per jaar investeert in R&D in Nederland. Philips steekt hiermee met kop en schouders uit boven bedrijven als Shell, Unilever en AkzoNobel**.

Als de situatie niet verbetert, zegt directeur Rick Harwig van het Natuurkundig laboratorium van Philips in Eidhoven, zal steeds meer onderzoek en ontwikkeling naar het buitenland verplaatsen. Het is zelfs niet uitgesloten dat er over vijftien jaar geen onderzoek en ontwikkeling meer over is in Nederland.

Is dat dan erg? Ik meen van wel. Niet alleen omdat onderzoek en ontwikkeling de basis vormt voor het hebben van een concurrerende positie in de hedendaagse kennis-economie, maar vooral omdat onderzoek en ontwikkeling een vitale kracht is achter maatschappelijke vernieuwing en verbetering. Volgens de bekende filosoof, theoloog, wetenschapper Teilhard de Chardin*** is research en ontwikkeling de hoogste vorm van menselijke ontwikkeling, gedreven door een onbeperkte honger naar kennis en mysterie: “The spirit of research and conquest is the permanent soul of evolution!”

Onderzoek en ontwikkeling geeft de creatieve geest een medium om deel te nemen, en deel te zijn van de verdere ontplooiing van de mensheid. De geest van innovatie is daarmee sterk verweven met de hoop op en geloof in een betere wereld.

Als Nederland de deur dicht gooit naar onderzoek en ontwikkeling dan rest slechts een troosteloze weg van de aftakeling van de eens zo creatieve, ondernemende en welvarende Nederlandse geest. Dan zijn we niet alleen “de verweesde samenleving”, maar ook “de dementerende samenleving” geworden.

Zitten wij misschien al niet op die weg?

Geheel in de stijl van de hedendaagse “business” mentaliteit streven onze Technische Universiteiten en Hogescholen om kost effectieve ingenieurs fabrieken te worden, die zoals gevraagd door hun klanten (het bedrijfsleven) “ISO gecertificeerde” kwaliteits ingenieurs afleveren die in staat zijn met alle technische gereedschappen een ieder probleem in project vorm aan te pakken. Deze ingenieurs schijnen alles te hebben, alles te kunnen. Maar ergens missen zij vaak iets. Dat is wat “The sense of wonder” heet, of slecht vertaald: verwondering!

Het is helemaal niet zo verwonderlijk dat er steeds minder Beta studenten zijn in Nederland. Heel simpel gezegd zijn er maar twee soorten redenen om een academische loopbaan te ambiëren: materiële redenen of niet materiële, spirituele redenen. Het is al heel lang zo, dat diegenen die voornamelijk gedreven worden door puur materiële (financiële) motieven andere studierichtingen kiezen. De eerste wetenschappers in de moderne wereld waren dan ook oorspronkelijk filosofen of theologen.

Mijn eigen leermeester-hoogleraar, wijlen Prof.dr.K. Rietema, sprak bij het aanvaarden van de KIVI speurwerkers prijs over het avontuur van de onderzoeker, de uitvinder, de speurder.
Researchers zijn mensen die gedreven zijn om te speuren. Zij verwonderen zich over de wereld en speuren naar nieuwe onthullingen. Regelmatig leiden deze tot nieuwe ontwikkelingen, technologieën en vervolgens in veranderingen in de samenleving. Hun motivatie is het zoeken naar het wonderbaarlijke. Hun motivatie is dus heel sterk spiritueel, de vraag die zij stellen is bijna altijd: waarom? Grote onderzoekers zoals Einstein, Newton, Pascal en Leibnitz behoren allemaal tot deze traditie.

Het voorgaande past echter geheel niet in het concept van de “ingenieurs fabriek”. De “ISO gecertificeerde” kwaliteit ingenieurs zijn gevormd om hun gereedschap en methodes toe te passen en om “gewoon” de problemen op te lossen. Voor verwondering en “waarom” vragen is er geen tijd. Ingenieurs zijn verworden tot de hedendaagse equivalenten van de reeds verdwenen lopende band arbeiders: het proletariaat dus!
Geen wonder dat de meesten van hen alles doen om aan deze “stand” te ontvluchten. Ambitieuze ingenieurs volgen studies in economie of management om zo snel mogelijk vanuit de proletarische ingenieurs klasse naar de betere management klasse te promoveren. Degenen die echt slim zijn, doen dat rechtstreeks en hoeven niet via de omweg van de “ingenieurs fabriek”.

Het voorafgaande is uiteraard sterk overdreven en overgoten met een sausje zelfspot, maar toch zit er een kern van waarheid in. Het “probleem” zit echter zelfs dieper. In het bedrijfsleven wordt het innovatie proces al vaak ontdaan van verwondering. Kort geleden hoorde ik een presentatie met de sprekende titel “Taking the myth out of Innovation!”. Het innovatie proces zelf werd hierin vervormd tot een blok schema van een “ideeën fabriek”, ja de ware plek voor zo’n “iso ingenieur”. Het was best een amusante presentatie, ook al heb ik de spreker wel verteld dat ik het niet eens was met zijn verhaal en dat het eigenlijk moest worden: “Putting the myth back into innovation!”

De aantrekkingskracht van innovatie, bestaat uit een bijna obsessieve irrationele drang om te speuren naar de antwoord van de vraag: Waarom?
Dit is ook de eerste vraag die onze kinderen ons stellen. De innovatieve geest is dus al heel vroeg in ons genesteld. Helaas wordt zij vaak onderdrukt en verstomd. De voldoening om innovatief bezig te zijn bestaat uit het zien van “ontknopingen” en nieuwe mogelijkheden voor de toekomst en de daaruit voortvloeiende inspiratie en energie om die nieuwe mogelijkheden tot “leven” te brengen. De echte innovator is nooit klaar, er volgt altijd een nieuwe vraag: waarom?

“Philips wil een minister voor innovatie!”

Om de dynamische geest van innovatie weer op te roepen, is een minister van innovatie en/of meer geld voor onze technische Universiteiten en instellingen niet genoeg. De geest van innovatie en verwondering moet weer opgewekt worden in onze kinderen, potentiële studenten en studenten. Een minister voor innovatie kan dat niet alleen doen!

Het bedrijfsleven moet realiseren dat zijzelf wellicht onbedoeld innovatie verstikt met een overdreven “no-nonsense” rationalisme, waarbij iedere schijn van verwondering is verbannen uit het imago van innovatie.

Een ding is zeker: de innovatie of ideeën fabriek bestaat niet! Het is veel eerder een bloeiende tuin, waarin de tuinier (innovator) met zorg en liefde een goede balans moet weten te vinden tussen rede (rationaliteit) en verwondering (mythe).

Paul The Quest

*) Van de Internet, zie http://www.ictforum.nl/
**) “Visie gevraagd (en snel)” - E. Vrijsen in Elseviers weekblad 2-11-2002
***) “Teilhard’s mysticism of knowing” – Thomas.M.King

0 Comments:

Post a Comment

<< Home